Het BovenIJ ziekenhuis sloot in 2019 aan op het stadswarmtenet. De twee stoomketels waren aan vervanging toe. Dat was de aanleiding om na te denken over duurzamere oplossingen. Willy Frits, teamhoofd algemene techniek van het BovenIJ, vertelt over hun ervaring met de overstap. Inmiddels is het ziekenhuis zelfs geheel aardgasvrij.
Een interessante speler voor het warmtebedrijf
Twee stoomketels zorgden onder andere voor de opwekking van warmte voor de centrale verwarming en warm water en voor de opwekking van stoom voor de centrale keuken, de sterilisatieafdeling en voor de luchtbevochtiging van de klimaatinstallaties. Omdat er vanuit de gemeente Amsterdam een centraal warmtenet werd aangelegd langs het gebouw voor de bestaande en nieuw te bouwen woonwijken, was dit voor het ziekenhuis een uitermate geschikt moment om in gesprek te gaan met het warmtebedrijf. Het ziekenhuis kan als grote afnemer een interessante speler voor een warmtenet zijn. Bovendien zijn er voor grote afnemers vaak mogelijkheden tot onderhandeling van de leveringscondities. Vanaf het eerste gesprek tot aan aansluiting van de verwarming heeft het proces twee jaar geduurd.
De aansluiting op het gebouw
“In het begin zijn er altijd zaken die voor opstartproblemen kunnen zorgen en die extra aandacht behoeven. Denk hierbij aan de voorwaarden die gesteld kunnen worden vanuit de gemeente, milieuorganisaties en omwonenden die recht op inspraak hebben.”
Voor de aanleg van de leidingen van het net naar het ziekenhuis was er vooral overlast op het parkeerterrein. “Uitdaging hierbij waren de graafwerkzaamheden; deze zijn op minder drukke momenten van de dag gecontroleerd uitgevoerd. Daarmee kon de overlast voor vooral de logistieke processen en de ambulancedienst tot een minimum beperkt worden.”
“Een goede integratie van stadswarmte in een bestaande installatie vergt wat denkwerk. Een goed engineeringsplan draagt bij aan een stabiele integratie. Als het er dan ook eenmaal staat, heb je er amper meer omkijken naar.” Omdat het om een hogetemperatuur(HT-)warmtenet gaat waren er geen extra aanpassingen nodig aan het gebouw wat betreft isolatie of radiatoren.
Veel voordelen met stadsverwarming
BovenIJ is erg tevreden met de verwarming op stadswarmte: “Het is een betrouwbaar systeem, simpel in opbouw en het voldoet volledig aan onze wensen”. Het comfort in het ketelhuis is er ook op vooruit gegaan. Voorheen was het er bloedheet en stonden de ketels te loeien. Daarbij is er meer ruimte gecreëerd omdat de afleverset voor stadswarmte significant compacter is (drie bij een meter).
Nagenoeg gasloos
In 2023 werden de laatste stappen om van het gas af te gaan gezet. De keuken is volledig elektrisch. Ook de zogenaamde autoclaven op de sterilisatieafdeling werken tegenwoordig op elektrische boilers. Hiermee wordt het instrumentarium van onder andere de OK gesteriliseerd. De toegenomen elektriciteitsvraag kon binnen het huidige aansluitvermogen worden gerealiseerd door tegelijkertijd ook energiebesparende maatregelen door te voeren.
Er is alleen nog een kleine HR-ketel aanwezig die kan worden ingezet als er geen warmte beschikbaar is vanuit de centrale. Zo kan het ziekenhuis in zo’n situatie toch zelfvoorzienend blijven. Ook wordt deze ketel in de winter maanden gebruikt voor de luchtbevochtiging van high-risk afdelingen. In de praktijk is het jaarlijkse gasverbruik hierdoor teruggebracht van 850.000 naar 50.000 m3 per jaar.
De milieuwinst van stadswarmte
De overstap naar stadsverwarming geeft bij BovenIJ 50% CO2-reductie ten opzichte van gas: dit komt neer op 1.200 kiloton CO2 per jaar. De bron van het warmtenet is nu een afvalverbrandingsinstallatie. Het warmtebedrijf heeft de ambitie om de CO2-uitstoot (per GJ) in 2030 nog eens 75-100% te verlagen.
Bron: Interview Stichting Stimular met BovenIJ voor Expertisecentrum Verduurzaming Zorg (EVZ): www.dezorgduurzaam.nl (2020)