De aanleg van een wko-systeem is een ingewikkelde technische opgave. Cruciaal voor een optimale werking is wel het bewaren en bewaken van de bronnenbalans. Vivat heeft daar ervaring mee: bij het verduurzamen van Torenburg in Alkmaar heeft het de computerruimtes direct op het wko-systeem aangesloten. Dat droeg ertoe bij dat dit pand een van de hoogste Breeam-certificaten voor kantoren heeft gekregen.
Bij de nieuwbouw begin 2013 werd ook een fors uitgevoerde wko-installatie voor zowel de warmte- als koudelevering van het pand in gebruik genomen. Twee bronnen, de eerste 10 m maximaal geïsoleerd, betrekken het grondwater van 147 m diepte uit een watervoerende zandlaag naast het gebouw en hebben in totaal een vermogen van 2.300 MWh. Van de provincie mag het wko-systeem maximaal 450.000 m3 grondwater verpompen. Alleen in het tweede jaar kwam het hele systeem voor Torenburg iets boven de 250.000 m3 uit, in de jaren die daarop volgden lag het ver onder de 150.000 m3. Hans Wijngarade, technisch manager bij Vivat [moederbedrijf van Zwitserleven, Reaal en Actiam] ‘Dankzij de wko-installatie wordt elk jaar 40 tot bijna 70 ton aan CO2-emissies vermeden. Op die manier hebben we eind 2017 voor in totaal 233 ton vermeden CO2-uitstoot geklokt.’
Uit balans
‘De eerste jaren hebben we de nodige problemen gehad’, vervolgt Balke [senior consultant CFP Green Building]. ‘De software werkte niet naar behoren, er werd relatief veel grondwater verpompt en het temperatuurverschil waarmee de installatie functioneerde was veel te laag. Dat laatste had natuurlijk zijn weerslag op de efficiëntie van het systeem. Bovendien werden die effecten nog eens versterkt doordat de wko uit balans was; de warmtevraag bleek groter dan verwacht. Dat resulteerde erin dat het systeem, jaar in jaar uit, veel teveel koude produceerde, zozeer zelfs dat we tijdens het ontladen in 2015 bijna problemen met de provincie kregen. De minimumtemperatuur van de koude bron mag immers niet onder de 5 °C duiken, anders heeft dat effect op het grondwater.’
In eerste instantie trachtten Vivat, CFP (bovengrondse installatie) en Ipero (ondergrondse installatie) die onbalans op te lossen door de software beter in te regelen, vooral bij de ondergrondse installatie. Op basis van die monitoring is het laden van de koude bron uit de LBK’S stopgezet en het laden vanuit de warme bron in de bodem gemaximaliseerd. Dankzij enige kleine aanpassingen aan de bovengrondse installatie kon de wko vanaf 2016 beter omspringen met de temperatuurverschillen in beide bronnen.
Computerruimtes
Maar daarmee waren de partijen er nog niet. Meer ingrijpende maatregelen aan het wko-systeem bleken noodzakelijk. Wat als je nu eens beter naar de vraagzijde kijkt; waar in het gebouw kan je dan met het overschot uit de koude bron naar toe? Die vraagstelling droeg tevens de oplossing in zich. De oplossing bleek namelijk even elegant als eenvoudig: onderin het grote kantoorpand bevinden zich twee kleine ruimtes die de digitale ruggengraat van de verzekeraar vormen. In de MER (main equipment room) staat de centrale ict-apparatuur en in de SER (satellite equipment room) bevinden zich de verdelers (of patchkasten).
Deze dataruimtes zijn respectievelijk 30 en 10 m2 groot. ‘Beide dataruimtes zorgen er niet alleen voor dat de medewerkers goed en snel hun werk kunnen doen, maar de apparatuur in de ruimtes produceren ondertussen wel dag en nacht, het jaar rond, veel warmte’, verklaart Balke. ‘Die warmte hebben we tot eind vorig jaar met standaard compressiekoelmachines afgevoerd. Sinds eind vorig jaar doen we dat anders en sturen we de installatie bovengronds op temperatuur aan. Zo hebben we de ruimtes via een warmtewisselaar rechtstreeks aangesloten op de koude bron van de wko.’
‘Het mes snijdt op die manier aan twee kanten’, vervolgt hij, ‘aan de ene kant kunnen we het overschot aan koude inzetten voor koeling van de dataruimtes, aan de andere kant hoeven de compressoren niet langer op vol vermogen te draaien. Alleen als de temperatuur buiten gedurende langere tijd extreem hoog wordt en zijn weerslag op de temperatuur in de data ruimtes heeft, zetten we een deel van de compressiekoelmachines weer in.’
Die majeure aanpassing heeft volgens Hans Wijngaarde, technisch manager bij Vivat, veel opgeleverd. ‘Het kostte ons qua uitvoering en voorbereiding zes weken en 36.000 euro, maar die inspanningen en uitgave hebben we via besparing op de elektriciteitsrekening binnen 5 jaar weer terugverdiend.’
Bron: VV+, juni 2018