Het begint bij steeds meer ondernemers door te dringen dat de CO2-uitstoot fors omlaag moet. Een belangrijke vraag is hoe bestaande bedrijfspanden fossielvrij kunnen worden verwarmd. Paul Veth van IBDL in Spijkenisse laat zien dat het vooral een kwestie van doen is: “We zijn gewoon begonnen door het gas af te laten sluiten en de leidingen weg te halen. Maar toen kregen we het koud. En als je het koud krijgt dan ga je vanzelf denken ‘hoe kan ik het weer warm krijgen’. En zo kwamen we tot mooie duurzame oplossingen die uiteindelijk ook gewoon geld opleveren.”
Paul Veth is eigenaar en directeur van IBDL, leverancier van consumentenelektronica. Paul houdt van techniek en gadgets en gebruikt dat om zijn bedrijfspanden energieneutraal te maken. Zijn bedrijf IBDL is sinds 2013 gevestigd op de Boyleweg 10. Daarna heeft hij de naastgelegen panden ook gekocht en deze verhuurt hij. Het pand van IBDL en Boyleweg 8 zijn inmiddels energieneutraal, het derde pand wordt nu gerenoveerd en zal naar verwachting eind 2019 volledig energieneutraal zijn.
Isoleren en ventileren
De betreffende panden zijn in de jaren ’80 gebouwd. De panden waren al wel geïsoleerd, maar de isolatie was nog niet voldoende om de panden energieneutraal te kunnen maken. De spouwmuren zijn extra geïsoleerd en het dubbel glas is vervangen door HR++glas. De zonwering is dicht in de winternachten om nog meer warmte binnen te houden. Verbeterde isolatie vraagt vervolgens ook om betere ventilatie om een gezond binnenklimaat te behouden. Dit is belangrijk om ziekteverzuim te voorkomen. Beter ventileren zonder aanvullende besparende maatregelen zorgt voor een toename van energieverbruik: “Er blijken echter voldoende mogelijkheden om dit op een slimme en energiezuinige manier op te lossen. We sturen de ventilatie op het CO2-gehalte in de lucht en winnen op diverse manieren warmte terug uit ventilatielucht.”
Verwarmen zonder gas
Nadat het gas was afgesloten, konden de CV-ketels het pand uit. IBDL heeft deze vervangen door lucht-water warmtepompen van Nibe. Paul heeft een inschatting gemaakt van het benodigde vermogen: “We zijn begonnen met een laag vermogen. We hebben gekozen voor een modulair systeem dat eenvoudig is uit te breiden, mocht het nodig zijn. Uitbreiding bleek niet nodig. Dankzij de isolatie, grootschalige warmteterugwinning en onze biomassaketel hebben we voldoende aan de geplaatste warmtepompen.”
Het bedrijfspand van IBDL, Boyleweg 10, had drie HR-ketels met een totaal vermogen van 138 kW. De warmtepompen hebben samen nog maar een vermogen van 34 kW. De biomassaketel wordt gestookt met hout uit eigen tuin. Om uitstoot van fijnstof te voorkomen is een OekoTube fijnstoffilter toegepast. De restwarmte die vrijkomt van de biomassaketel wordt naar het magazijn geleid, zodat ook die warmte weer nuttig wordt gebruikt.
Warmte hergebruiken
Warmte wordt ook op diverse andere plekken teruggewonnen en nuttig gebruikt. Zo staat er een warmtepomp bij de servers, die de warmte van de servers gebruikt om andere gebouwdelen te verwarmen. Via een douche-wtw wordt warmte uit water teruggewonnen bij doucheputjes. Bij de wasmachines en vaatwassers wordt warmte teruggewonnen voor hergebruik in deze apparaten. Uit de afzuiging op de toiletten wordt warmte teruggewonnen en via een warmtepompboiler gebruikt voor het opwarmen van water.
Vloerverwarming
De panden werden oorspronkelijk verwarmd via radiatoren. Paul heeft er voor gekozen om overal over te gaan op vloerverwarming. “Dit is een ingrijpende klus, maar goed te faseren. Vloerverwarming kun je in secties aanbrengen, zodat je dit per ruimte kunt aanpakken. We hebben twee methodes toegepast: infrezen gaat snel, een stortvloer kost meer tijd.”
Iedere ruimte krijgt 1 of meerdere zones, afhankelijk van het doel: aan hoofdverwarming worden andere eisen gesteld dan aan bijverwarming. Het is nodig om medewerkers voor een paar dagen te verplaatsen, maar dit levert hen uiteindelijk een comfortabele nieuwe werkplek op. Paul heeft nog een andere tip: “We houden de gangen bewust kouder dan de kantoren. Hierdoor voelt het op de kantoren aangenamer warm. Vaak zie ik dat er warme leidingen door de gangen lopen, waardoor het juist op de gangen onnodig warm is.”
Bedrijfsrestaurant zonder gas
IBDL heeft ook een bedrijfsrestaurant. Martina, de vrouw van Paul en tevens facility manager bij IBDL, vond het in eerste instantie geen goed idee dat Paul het gas ging afsluiten. ”Maar nu het restaurant volledig elektrisch kookt, vindt ze het helemaal fantastisch, zelfs nog beter dan koken op gas. Ook thuis gaan we nu elektrisch koken”.
Meten is weten
Toen IBDL in 2013 in het bedrijfspand trok, is direct de verlichting volledig vervangen door led. Paul heeft gekozen voor led dat op daglicht lijkt, omdat dat prettig is voor de medewerkers. Alle verlichting is dimbaar en de meeste ruimtes zijn voorzien van aanwezigheidsdetectie. Als het pand wordt afgesloten gaat alle verlichting die toch nog aan staat, samen met diverse andere apparaten, automatisch uit.
Paul kan via een app energiebeheersysteem alles op afstand zelf regelen en hij weet dan ook precies wat iedere lamp en ieder apparaat verbruikt: “Meten is weten. Ik gebruik dat ook om mijn medewerkers en mijn huurders bewust te maken van hun gedrag. Huurders betalen huur inclusief energie, dus dat lijkt een vrijbrief voor de huurder om geen aandacht te hoeven geven aan energiebesparing. Daarom organiseerden we een spel waarbij degenen die het meeste besparen of het minste gebruiken prijzen krijgen, zoals een gratis maaltijd voor de betrokken medewerkers. Dit leverde 10% verlaging van het nachtverbruik van elektriciteit op.”
Zonnepanelen
IBDL wekt zelf alle benodigde stroom op met ongeveer 1.400 zonnepanelen. Paul heeft gekozen voor CIS-panelen die in Nederland moeilijk te verkrijgen zijn. Deze panelen hebben een lager vermogen (170 Wp) dan gangbaar op de markt (richting 300 Wp). De CIS-panelen hebben een gelijkmatigere opbrengst per invalshoek. IBDL heeft geen hoge piekvermogens nodig, maar heeft juist behoefte aan gelijkmatige levering. Zonnepanelen met hoge vermogens leveren in de zomer weliswaar veel op, maar het merendeel daarvan wordt dan aan het net terug geleverd. De panelen liggen daarom ook in oost-west opstelling, zodat de elektriciteit gelijkmatig over de dag wordt opgewekt. Op deze manier wordt de opgewekte elektriciteit vooral direct verbruikt en wordt het elektriciteitsnet het minste belast.
Micro-grid
De gebouwen zijn nog wel aangesloten op het elektriciteitsnet. Teruglevering probeert Paul echter zoveel mogelijk te voorkomen: “We slaan elektriciteit op in accu’s en we creëren een micro-grid tussen de 3 panden. Als het ene pand wat elektriciteit over heeft, kan dat in een ander pand worden gebruikt. Ook hebben we 24 oplaadpalen voor elektrische auto’s die onderdeel zijn van deze micro-grid, door slim te laden. Op korte termijn komen daar nog 14 laadpalen bij. We zullen voorlopig nog wel een elektriciteitsaansluiting nodig hebben als back-up, maar we kunnen het vermogen van onze aansluiting fors gaan verkleinen en dat scheelt op de maandelijkse lasten.”
Gelijkstroom
Een volgend experiment dat Paul aangaat is gebruik van gelijkstroom: “Het is absurd dat we met zonnepanelen gelijkstroom opwekken, dat vervolgens omzetten naar wisselstroom en in diverse apparaten weer omzetten in gelijkstroom. Bij die omzettingen gaat energie verloren. In het pand dat we nu renoveren gaan we daarom een gelijkspanningsnet aanleggen, waarmee onder andere de ledverlichting rechtstreeks van gelijkstroom wordt voorzien.”
Meer dan alleen milieu
Paul vindt het belangrijk om goed voor het milieu te zorgen, maar belangrijker nog zijn de medewerkers en huurders. “Die moeten een prettig werkklimaat hebben.” Werken aan energieneutrale panden levert ook financieel voordeel op. “Natuurlijk moet je eerst flink investeren, maar dat betaalt zich uiteindelijk uit door de behaalde energiebesparing. Ik adviseer iedereen om te streven naar een nulverbruik van energie, want juist die laatste 10.000 kWh die je nog verbruikt is enorm duur vanwege de energiebelasting. Daarnaast is er op diverse maatregelen Energie Investerings Aftrek (EIA) mogelijk, waardoor ik minder winstbelasting betaal. En een duurzaam gebouw trekt nieuwe huurders aan: ondernemers vinden het leuk om in een duurzaam en innovatief pand te werken. De aanwezigheid van veel oplaadpalen voor elektrische auto’s bij de parkeerplaatsen, was voor meerdere van mijn huurders de reden om in mijn pand te komen.” Tot slot levert de gekozen oplossing ook bedrijfszekerheid op: door de opslag met accu’s is het bedrijf langdurig verzekerd van stroomvoorziening, ook als het elektriciteitsnet er uit ligt.
Hoewel twee panden al energieneutraal zijn en het derde pand goed op weg is, blijft Paul doorgaan met zijn zoektocht naar energiebesparende maatregelen. Zo onderzoekt hij de mogelijkheden voor inzet van windenergie via urban turbines en wordt een test gedaan met biovergisting van het afval uit het restaurant. “Het werkt erg verslavend om steeds weer nieuwe duurzame oplossingen toe te passen in mijn panden!”
Bron: Stefan Romijn van Stichting Stimular i.s.m. Paul Veth (juli 2018)