Sinds 1 juli 2021 is het statiegeldsysteem in Nederland uitgebreid. Op kleine PET-flessen zit nu ook statiegeld: 15 cent. De flesjes met het statiegeldlogo kunnen worden ingeleverd bij innamepunten zoals supermarkten of andere organisaties die flessen inkopen. Omdat onderwijsinstellingen veel PET-flesjes verkopen, willen ze de inzameling ervan graag faciliteren. Dit gaat gepaard met enkele starthobbels.
WAAROM PET-INZAMELING
De milieuvoordelen van retourinzameling zijn duidelijk: meer hergebruik en minder zwerfafval. Het statiegeldsysteem is dan ook niet nieuw. Al sinds de jaren vijftig betalen we statiegeld op melkflessen. Ook zijn we al decennia gewend aan het inleveren van grote plastic drankflessen en glazen bierflesjes. De afgelopen 20 jaar is de discussie gevoerd om het statiegeldsysteem uit te breiden naar kleine plastic flessen en blikjes. Volgens onderzoek zou dit kunnen zorgen voor 70-90% minder flessen en blikjes in het zwerfafval.
In 2018 stelde het kabinet daarom de volgende eis: als het (de verpakkingsindustrie) in 2021 niet was gelukt om het zwerfafval van plastic flesjes met 70-90% te verminderen, zou er statiegeld komen. Van de 900 miljoen verkochte kleine flesjes belandden er echter nog steeds 100 miljoen in het milieu. Per 1 juli 2021 was het statiegeld op kleine PET een feit. De blikjes zullen volgen in 2023.
ONDERWIJS WIL OOK INZAMELEN
Het onderwijs is niet verplicht om flesjes in te zamelen, maar wil graag bijdragen aan de inzameling. Zij hebben immers zelf ook duurzaamheidsdoelen als ‘circulair in 2030’ gesteld. Omdat er in de kantines en drinkautomaten veel flesjes worden verkocht is de afvalstroom er ook significant aanwezig. Alleen grote supermarkten (>200 m2) en bemande tankstations zijn verplicht om flesjes in te zamelen.
Naast de onderwijsinstellingen kunnen andere horecalocaties, zoals sportverenigingen, bioscopen en pretparken ook vrijwillig innemen. Potentieel zijn dit 61.000 locaties tegenover de 12.000 verplichte innamepunten in Nederland. Het grote verschil: als vrijwillig punt kun je het statiegeld teruggeven aan de klant of doneren aan een goed doel.
VOORAL DONATIEBAKKEN IN HET ONDERWIJS
In november 2021 kwam de duurzaamheidskring ‘afval en circulair’ met 20 hoger onderwijsinstellingen bijeen om ervaringen te delen over de PET-flesjesinzameling. De meesten lijken op het moment te kiezen voor de donatie-optie. Mees Ham, facilitair straatmanager eten & drinken van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en Hogeschool van Amsterdam (HvA), vertelt: “We hebben gekozen om de donatiebakken op verschillende UvA- en HvA-locaties te plaatsen om vanuit de leercurve vervolgstappen te zeten. In totaal is dat uitgekomen op acht donatiebakken. De opbrengsten binnen HvA gaan naar de Plastic Soup Foundation. De UvA is aangesloten op Trees for All.”
Naast de inzameling van PET wil de UvA-HvA het verbruik van plastic flesjes ook verminderen door te stoppen met de verkoop van koolzuurvrij water en het aantal watertappunten op de campus uit te breiden.
STATIEGELD TERUG OF DONEREN?
De keuze voor doneren ten opzichte van het statiegeld terugbetalen heeft te maken met de extra logistiek. Als je de consument terug wilt betalen, is dat een extra handeling voor het kassapersoneel waarbij je het statiegeld via andere aankopen of contant terugbetaalt. Je hebt bovendien ruimte nodig bij de kassa om de flesjes te verzamelen. Liesbeth Nijhuis, Districtmanager Cirfood UvA en HvA geeft aan: “Wij vinden het van groot belang een bijdrage te leveren aan duurzaamheid in zijn algemeenheid. In overleg met UvA-HvA hebben we besloten vrijwillige innamepunten aan te bieden. Op deze manier kunnen wij gezamenlijk een bijdrage leveren aan de goede doelen en houden we de wachtrijen bij de kassa beperkt.”
TERUGBETALEN AAN DE CONSUMENT
Toch zijn er ook cateraars op de hogescholen en universiteiten die wel hebben gekozen voor terugbetalen. Je hebt immers een competitief voordeel ten opzichte van concurrenten als je de korting kan geven. Zo zal de consument die het statiegeld terug wil hebben graag bij jou winkelen en hoeft hij niet met het flesje rond te blijven lopen. De toiletbon bij tankstations laat al zien dat dit systeem werkt.
Je kunt overigens ook beide opties aanbieden: innemen bij de kassa én een donatiebak plaatsen. Je zou dan zelfs kunnen overwegen om tijdens piekuren de kassa-optie tijdelijk niet aan te bieden, zodat het personeel dan kan focussen op hun primaire proces.
HET KOSTENPLAATJE
De kosten voor vrijwillige innamepunten zijn voornamelijk afhankelijk van de innamewijze.
- Handmatige inname (bij de kassa): Hier is voornamelijk sprake van een tijdsinvestering van het kassapersoneel en een extra container voor de flessen. Eventueel een technische aanpassing aan het kassasysteem.
- Donatiebakken: Er zijn speciale donatiebakken te koop via Statiegeld Nederland. Kosten variëren van € 80 – 190 per stuk. Je kunt ook zelf een bak aanschaffen.
- Reverse Vending Machine (RVM): Bij machinale inname betaal je minstens € 10.000 voor het apparaat. Inclusief ingebouwde pers (compactor) zijn de kosten nog hoger. Een dergelijke machine wordt rendabel bij een jaarlijkse inname van zo’n 150.000 flessen. Daarbij moet je je afvragen of één machine voor een relatief grote locatie – zoals een campus – dan wel genoeg is.
In sommige gevallen is er sprake van vergoeding voor een vrijwillig innamepunt. Als de cateraar op jouw locatie meer dan 50.000 flesjes per jaar verkoopt, krijgt hij een handlingvergoeding van 2,22 eurocent per fles. Als je een RVM gebruikt voor inname krijg je ook een vergoeding. Deze bedraagt 2,93 eurocent voor een kleine fles.
Bij alle opties moet je investeren in het aanpassen van het inzamelsysteem en communicatiemateriaal.
DE ROUTE VAN DE FLES
Het statiegeldsysteem werkt met retourlogistiek via de groothandel. De route van de fles is als volgt:
- De producent verkoopt (via grossier) aan het verkooppunt, inclusief statiegeld.
- Het verkooppunt verkoopt aan de klant inclusief statiegeld.
- De klant brengt de fles retour via a) de kassa, b) een donatiebak, of c) RVM.
Afhankelijk van de keuze innamepunt wordt het statiegeld terugbetaald aan de klant. - De grossier neemt de speciale PET-zakken mee retour met de reguliere levering.
- De producent neemt de zakken van de grossier mee en levert ze af bij Statiegeld Nederland.
- Statiegeld Nederland scant de EAN-codes van de flessen en de barcodes van de zakken.
- Statiegeld wordt uitgekeerd naar a) het innamepunt, of b) het gekozen goede doel.
Hierbij wordt transportvergoeding voor de grossier en eventuele handlingvergoeding voor de cateraar (>50.000 flessen verkoop) of innamepunt (bij RVM) verwerkt.
NOG VEEL VERVUILING
De onderwijsinstellingen in de duurzaamheidskring waren nog niet erg positief over de PET-inzameling. Het probleem is vervuiling van de afvalstroom. Mees Ham: “We zien dat er naast plastic flesjes ook allerlei ander afval in de bak belandt. Afval dat men op dat moment óók kwijt wilde. Dat de minicontainer-variant met het flessengat in de deksel ook handmatig opengemaakt kan worden, zoals een normale prullenbak, draagt daar ook aan bij.” Overigens kan dit vrij eenvoudig opgelost worden door een gaatje te boren in de bak en de deksel te sluiten met een tywrap.
Voorkom vervuiling door te kiezen voor:
- Een slimme locatie: Bij de kassa is je flesje nog niet op, bij de uitgang van de kantine wel.
- Afvaleilanden: Zorg dat de PET-bak niet alleen staat, maar bij de plek waar de gebruiker ook zijn andere afval kwijt kan.
- Duidelijke communicatie: Maak duidelijk dat de bak alleen voor kleine flesjes is. Gebruik hiervoor (aanpasbaar) materiaal van Statiegeld Nederland, zodat overal dezelfde boodschap uit wordt gedragen. Een herkenbare bak (in de vorm van een fles, of met een klein rond gat) draagt hier ook aan bij.
SLECHT GEVULDE DONATIEBAKKEN
Mees Ham: “Tot nu toe lijkt het er nog niet op dat de maandelijks ongeveer 20.000 verkochte flesjes hun weg naar de donatiebakken hebben gevonden. Ik kan me niet voorstellen dat de ontbrekende flesjes allemaal door studenten en medewerkers mee naar buiten worden genomen om ze bijvoorbeeld in de supermarkt in te leveren. De kans is groot dat ze in de andere restafvalbakken belanden. Dat laatste moeten we nog onderzoeken”.
Aan de bekendheid zal het niet liggen. Recent onderzoek van Statiegeld Nederland concludeert dat 94% van de consumenten weet dat er nu ook statiegeld zit op kleine plastic flesjes. Gedragswetenschappers beamen dat er nog een flinke stap kan zitten tussen ‘weten’ en ‘doen’. De implementatie van elk nieuw systeem heeft nu eenmaal tijd nodig voordat het in het gedrag van de gebruikers zit.
Mees Ham: “Deze uitbreiding van het statiegeldsysteem is een goed voorbeeld waarbij je kunt zeggen dat het belangrijk is om beleid te blijven toetsen aan de praktijk. Zo is binnen deze uitbreiding naar PET iedereen een rol opgespeld, en terecht. Alleen wanneer je ziet dat een systeem moeilijk op gang komt, of onvoldoende succesvol is moeten we ieders rol nog eens onder de loep nemen. Een sleutelrol die wellicht is onderschat is die van het uitvoerend catering personeel.”
EVALUATIE VAN STATIEGELD NEDERLAND
Ook Statiegeld Nederland herkent dat het qua vervuiling nog niet overal goed gaat, met name bij vrijwillige innamepunten. Vervuilde stromen belemmeren de machinale verwerking. Op dit moment vindt een eerste check plaats bij het innamepunt door de grossier. Zij nemen geen vervuilde zakken mee. Verder werkt Statiegeld Nederland continue aan verbetering van het systeem met de betrokken partijen. In 2022 wordt duidelijk of het innamedoel van 90% in Nederland gehaald is.
COVID heeft zijn stempel gedrukt op zo’n beetje alles wat er de afgelopen twee jaar is gebeurd. En heeft hierdoor voor extra uitdagingen gezorgd. Dit heeft het beoordelen van de werking van het nieuwe statiegeldsysteem in ieder geval niet makkelijker gemaakt. Daarom is na deze enigszins moeizame start zeker nog niet de hoop opgegeven om hier alsnog een succes van te maken!
Deze case is gepubliceerd binnen het project van de duurzaamheidskring ‘afval en circulair’ met instellingen in het hoger onderwijs. Deze is geïnitieerd en gefinancierd door het programma VANG Buitenshuis van Rijkswaterstaat. Stichting Stimular begeleidt het initiatief.