Alle gemeenten maken plannen om aan de doelstellingen van het internationale klimaatakkoord van Parijs en de nationale klimaatwet te voldoen. Hierbij richten veel gemeenten zich vooral op vermindering van CO2-uitstoot van woningen. Dit terwijl vervoer gemiddeld 25% van de gemeentelijke CO2-uitstoot veroorzaakt. Daar komt nog bij dat vervoer zorgt voor uitstoot van NOx (stikstofoxiden) en fijn stof. Gelukkig zijn er voldoende mogelijkheden om de milieubelasting van vervoer te verminderen. En die zorgen ook nog eens voor lagere kosten, minder files, modernere arbeidsvoorwaarden en fittere medewerkers. Om aan de CO2-doelstellingen te voldoen zullen gemeenten hun rol moeten pakken bij het motiveren van lokale bedrijven om hun vervoer te verduurzamen.
Vervoer belangrijker dan verwacht
Bedrijven zorgen voor een groot deel van de vervoersbewegingen binnen een gemeente. Zo gaan medewerkers dagelijks heen en weer van huis naar werk, maken zij zakelijke ritten, vervoeren zij goederen of rijden zij rond in graafmachines en andere mobiele werktuigen. Weinig bedrijven realiseren zich wat de milieugevolgen van hun vervoer zijn. Zolang zij dit niet weten, zullen zij ook niet snel overgaan tot besparen.
Onderzoek door Stimular laat zien dat vervoer 25 tot wel 80% van de milieubelasting van een bedrijf veroorzaakt. Elke keer blijkt dat vervoer een groter aandeel heeft in de milieubelasting dan dat de ondernemer zelf verwacht. Hoewel de resultaten per branche variëren (zie figuur), is vervoer altijd een relevant milieuthema. Hetzelfde geldt voor de kosten van vervoer, die vaak hoger zijn dan de energie- en afvalkosten. Dit inzicht helpt bedrijven om aan de slag te gaan.
Veel laaghangend fruit
Bedrijven kunnen makkelijk 5 tot 15% besparen op de kosten en CO2-uitstoot van vervoer. Als er nog weinig aandacht is voor duurzaam vervoer, is er veel laaghangend fruit dat snel geplukt kan worden. Veel winst is bijvoorbeeld te halen met kleinere (lease)auto’s, zuinig rijden, regelmatig controleren van de bandenspanning, slim inplannen van transport, keuze voor medewerkers uit de omgeving of door te fietsen naar het werk.
Hoe eenvoudig het kan zijn hebben wij op ons eigen kantoor ervaren. Medio 2018 verhuisden we naar een groter kantoor, waar we meer energie verbruiken. Toch daalde onze CO2-footprint per fte dat jaar aanzienlijk. Dit bereikten we doordat we twee vacatures invulden met medewerkers die in de directe omgeving van het kantoor wonen, terwijl de voorganger relatief ver van het werk woonden. Ook kozen we nog vaker voor de fiets en openbaar vervoer, waardoor het aantal kilometers dat we met de Greenwheels reden afnam.
Een opvallend voorbeeld is autobedrijf Amega uit Dordrecht, dat de fiets heeft omarmt voor woon-werkverkeer. Medewerkers die minder dan 10 kilometer van het werk wonen, krijgen alleen een reiskostenvergoeding als zij met de fiets naar het werk komen.
Ook in de logistiek kan met kleine ingrepen veel winst worden behaald. Van der Ent Logistics uit Rijswijk bezorgde vijf keer per dag aankopen van een meubelleverancier bij diens klanten in de regio. Dit hebben zij teruggebracht naar bezorging in 3 blokken per dag. De bezorging werd zo beter planbaar én dit leverde een besparing van 400 kilometer per dag op.
Aandacht voor vervoer is toegenomen
Vervoer staat een stuk hoger op de agenda dan een aantal jaar geleden. Gemeenten richten zich op het plaatsen van oplaadpunten voor elektrisch vervoer. De grotere steden hebben milieuzones ingesteld, waar de meest vervuilende voertuigen niet meer welkom zijn. Gemeente Amsterdam heeft zelfs al de ambitie uitgesproken om vanaf 2030 alleen nog emissievrije voertuigen toe te staan in de stad.
Vervoer is opgenomen in verplichte Energie Audit en in vergunningen wordt vaker om een vervoersonderzoek gevraagd. In de praktijk houden gemeenten en omgevingsdiensten nauwelijks toezicht op het onderdeel vervoer: ook bij toezicht ligt de focus grotendeels op energieverbruik in bedrijfspanden.
Vanuit de fileproblematiek zijn verschillende initiatieven gestart om het reizen met de auto, en dan met name in de spits, te verminderen. Deze initiatieven zijn vooral gericht op fileknelpunten en op de grotere bedrijven en organisaties. De coronacrisis heeft gezorgd voor snelle toename van thuiswerken en videoconferencing, met name bij kantoororganisaties. Vanuit brancheorganisaties wordt vervoer ook steeds vaker op de kaart gezet: in bijvoorbeeld de bouw en de logistiek is verduurzamen van vervoer inmiddels een belangrijk thema en zal dat ook blijven, gezien de stikstofproblematiek die de bouw stil heeft gelegd.
Wat opvalt is dat slechts weinig initiatieven zich richten op de kleinere MKB-bedrijven, terwijl zij samen voor een groot deel van de CO2-uitstoot zorgen. Ook zijn het veel losse initiatieven, maar ontbreekt de samenhang daartussen. Doordat aanbod vanuit losse projecten komt, worden bedrijven niet geprikkeld om naar het totale vervoer te kijken. Deelname aan een logistiek project is een goed plan, maar als het woon-werkverkeer een grotere impact heeft, zal ook daar een slag gemaakt moeten worden.
Rol voor gemeenten
Veel goede initiatieven komen van landelijke en regionale organisaties en bereiken het lokale en kleinere MKB vaak nauwelijks. De gemeente kan een belangrijke rol spelen bij het bereiken van deze doelgroep. Wat in de praktijk vaak goed werkt is vervoer een plek geven in een bredere duurzaamheidsaanpak voor het MKB. Een ondernemer die niet weet hoeveel vervoer hem kost en wat vervoer bijdraagt aan zijn CO2-uitstoot, zal niet snel met duurzaam vervoer aan de slag gaan. Een bredere aanpak sluit aan bij de toenemende interesse van bedrijven om klimaatneutraal te ondernemen of om certificaten te behalen rondom CO2-reductie: de CO2-Prestatieladder blijkt voor veel ondernemers een reden om vervoer te verduurzamen. Door ondernemers te benaderen op een thema dat wel aanspreekt, kun je hen direct laten zien wat vervoer betekent voor de milieubelasting van hun bedrijf en welke kosten vervoer met zich meebrengt. Laat ondernemers zien wat de impact van vervoer is en welke vormen van vervoer het grootste aandeel hebben (zakelijk, goederen, woon-werk of bezoekersverkeer) en help hen om op de voor hen relevante vervoersthema’s maatregelen uit te voeren.
De gemeente kan hierbij gebruik maken van de volgende methodes:
- Duurzaam inkopen: in de aanbesteding vragen om gebruik van duurzaam vervoer, maar ook vragen om een CO2-footprint en een CO2-reductieplan.
- Duurzaamheidskring of energieconvenant: ondersteun ondernemers door hen regelmatig bij elkaar te brengen, waarbij zij gevoed worden met nieuwe kennis over klimaatneutraal ondernemen en zij van elkaars ervaringen leren. Deelnemers brengen bij de start hun CO2-footprint in beeld en monitoren daarna de voortgang.
- Ondersteunen van een gebiedsgerichte aanpak (bijvoorbeeld een winkelgebied of bedrijventerrein). Zo kunnen collectieve acties worden opgezet, zodat ondernemers samen werken aan CO2-reductie. Voorbeelden zijn collectief afval inzamelen (minder transport en beter afvalscheiding), realiseren van elektrische oplaadpunten in het gebied en gezamenlijk organiseren van trainingen zuinig rijden.
- Toezicht houden: door vervoersonderzoeken voor te schrijven (vergunningsplichtige bedrijven) en de uitvoering te controleren en door kleinere bedrijven te wijzen op de zorgplicht, is er een stok achter de deur om ook bedrijven mee te nemen die zelf niet starten met verduurzamen van vervoer.
Sinds 2010 waren er verschillende initiatieven om het MKB in Nederland te stimuleren om hun vervoer te verduurzamen. Stimular agendeert sindsdien vervoer bij MKB-bedrijven vanuit een integrale duurzaamheidsaanpak. Onderstaand voorbeeld is oud, het concept en de aanpak zijn nog steeds relevant.
De regionale branchevereniging Bouwend Rijnmond bracht 8 regionale bouwbedrijven bij elkaar voor het project “Fris Bouwen en rijden”. In het project werd met de bedrijven gesproken over energie, afval en vervoer. De meeste bedrijven waren in eerste instantie vrij sceptisch over vervoer, maar dit sloeg om in enthousiasme. Toen bedrijven in hun Milieubarometer zagen hoeveel milieubelasting en kosten hun vervoer met zich meebrengt, pakten zij snel maatregelen op. Vrijwel allemaal controleren ze nu structureel de bandenspanning, letten ze op zuinig rijgedrag, schaffen ze zuinige voertuigen aan en plannen ze de voertuigen slimmer in. Daarnaast worden ook diverse maatregelen uitgevoerd om energie te besparen en afval beter te scheiden. De bedrijven kwamen tijdens het traject meerdere malen bij elkaar om ervaringen uit te wisselen. Dit stimuleerde hen om steeds weer een stap verder te zetten. |
Onbekend maakt onbemind
Vervoer is onmisbaar om de CO2-reductiedoelen te halen en het MKB speelt daarbij een belangrijke rol. Neem vervoer mee in de duurzaamheidsaanpak richting het MKB. Inzicht in het aandeel vervoer in de CO2-uitstoot is daarbij belangrijk, want onbekend maakt onbemind.
Update artikel april 2020In 2010 schreven we dit artikel over het belang van vervoer bij het behalen van CO2-reductiedoelen. De kern van het artikel is nog steeds relevant. Omdat ondertussen verschillende ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en recentere voorbeelden beschikbaar zijn, hebben we het artikel opgefrist. |
Meer lezen?
- Publicatie Slim en schoon vervoer in het MKB (Stichting Stimular, 2010) [pdf]
- Milieubarometer inzetten om impact van vervoer te monitoren
- Stimular-Maatregelen om emissies van vervoer te verminderen
- Wetgeving vervoermanagement verzameld door Infomil