In Den Haag werken ongeveer vijftien theaters sinds 2010 in groepsverband aan duurzaamheid en in het bijzonder energiebesparing. Dat blijkt heel effectief. De deelnemers van de Duurzaamheidskring Haagse Theaters verbruikten in 2013 gemiddeld 16% minder elektriciteit ten opzichte van 2009. Ook van afval en water wisten veel theaters de hoeveelheden en de kosten te verlagen. Dat is natuurlijk de verdienste van de theaters, maar de jaarlijkse monitoring in de kring houdt iedereen scherp. De theaters denken meer te hebben bespaard dan zonder kring en verwachten de komende jaren nog meer te kunnen besparen. De gemeente Den Haag is erg tevreden met dit project dat door hen wordt ondersteund.
Wat is de meerwaarde van een Duurzaamheidskring?
De deelnemers aan de Duurzaamheidskring Haagse Theaters verbruiken nu per bezoeker gemiddeld 16% minder elektriciteit en 23% minder water dan bij de start. De deelnemers ervaren de vier bijeenkomsten per jaar als een stok achter de deur om duurzaamheid niet onder te laten sneeuwen in de waan van de dag. En de gezamenlijke monitoring van de milieuprestatie dwingt ze om jaarlijks na te denken over hun ontwikkeling en het volgend jaar weer een beetje beter te willen doen. Wat de deelnemers vooral waarderen is dat ze steeds weer nieuwe ideeën opdoen voor kostenbesparingen en duurzaamheid. Door de kring lijken de theaters ook steeds een tikje ambitieuzer te worden en de theaters besloten dan ook vorig jaar dat ze weer drie jaar samen verder wilden.
De gemiddelde milieubelasting van een theater
De Haagse Theaterkring monitort sinds 2010 jaarlijks haar milieuprestatie met de Milieubarometer. Intussen vullen ook vijfentwintig theaters uit de rest van Nederland deze monitor in. De gemiddelde milieubelasting van een theater blijkt te zijn samengesteld uit: de helft elektriciteit, een kwart verwarming en de rest is afval, water, woon-werkverkeer. Als een theater het transport van decors en het theatergezelschap meetelt is dit al snel dominant in de milieubelasting van de organisatie.
Enkele theaters hebben ook bezoekersvervoer ingeschat. Hieruit blijkt dat per bezoeker de reis naar het theater ongeveer net zo veel milieubelasting oplevert als het theaterbezoek zelf.
Bijvoorbeeld Circustheater Scheveningen
Het Circustheater is een van de deelnemers aan de Duurzaamheidskring. De grafiek hiernaast laat zien dat ze de afgelopen jaren enorme besparingen hebben gerealiseerd. De totale milieubelasting is met 38% gedaald. Dit komt door een combinatie van allerlei maatregelen zoals steeds meer zuinige verlichting, aanpassing WKO installatie, zuinig luchtfilter, aanwezigheidsdetectie, gedragsmaatregelen, aanpassing verwarming bij de entree en een beter afvalcontract.
Wat opvalt is dat het elektriciteitsverbruik bij het Circustheater een groter deel van de milieubelasting is dan voor een gemiddeld theater. Als we het elektriciteitsverbruik naast dat van een gemiddeld theater leggen (zie tabel) zien we dan ook dat het Circustheater per vierkante meter twee keer zo veel stroom gebruikt dan gemiddeld. Maar per bezoeker zitten ze precies op het gemiddelde. Dit is verklaarbaar: het circustheater draait meer voorstellingen per week dan de meeste andere theaters. Ook worden zalen veel verhuurd voor evenementen en repeteert het theatergezelschap veel in het theater. Daarnaast zijn de musicals die hier worden opgevoerd qua theatertechniek energie-intensiever dan bijvoorbeeld een klassiek concert in de Anton Philipszaal. Dus per m2 is het verbruik hoger zowel door het grotere aantal bezoekers en gebruiksuren als door het soort gebruik. Maar door hun grote bezoekersaantal is het elektriciteitsverbruik per bezoeker ‘gemiddeld’.
kWh/m2 | kWh/bezoeker | |
Circustheater Scheveningen | 201 | 4,3 |
Gemiddelde | 104 | 4,3 |
Op deze manier kunnen ook andere theaters hun uitkomsten interpreteren en naast die van de andere theaters te leggen. Hoog of laag is niet goed of slecht, maar vraagt om een verklaring en geeft aanknopingspunten voor extra besparingen.
Hebben theaters nu allemaal LED theaterspots?
Nee, LED-spots op het podium is nou net een maatregel die pas mondjesmaat is toegepast. Dat komt doordat toneelspots minder branduren hebben dan bijvoorbeeld foyerverlichting en de zuinigheid zich daarom niet zo snel terugverdient. Ook is het lastig om met LED aan de lichtkwaliteitseisen van theaterspots te voldoen, voor grotere zalen zijn de spots bijvoorbeeld nog niet sterk genoeg. Maar de theaters hebben wel veel bespaard op andere verlichting: in foyers, kleedkamers (tien gloeilampen per passpiegel), kantoren, gevelverlichting. Halogeenspotjes, oude TL balken, nooduitgang bordjes zijn vervangen door LED of energiezuinige TL. Want dat zet namelijk minstens zo veel zoden aan de dijk als theaterspots en is makkelijker te realiseren. Er wordt trouwens wel LED toegepast op het podium en in de zaal, bijvoorbeeld voor het aanlichten van het achterdoek (horizonverlichting), de koninklijke Schouwburg heeft blauwe LED voor het achtertoneel tijdens een voorstelling en in de Anton Philips zaal is de plafondverlichting in LED uitgevoerd.
Waar besparen theaters nog meer mee?
Behalve verlichting is de klimaatregeling de energieverbruiker waar veel op te besparen valt. Het klimatiseren van veel verschillende ruimtes op verschillende momenten en dan ook nog afhankelijk van de bezettingsgraad is een typisch probleem van theaters. Het ene theater heeft een extra module voor het gebouwbeheersysteem aangeschaft om de zaalprogrammering beter in te kunnen voeren. Theaterschool Rabarber gebruikt een overwerktimer om de luchtbehandeling in de zaal aan te zetten net voor de voorstelling en vanzelf na enkele uren weer uit te laten gaan. Daardoor kan niet vergeten worden om hem uit te zetten. Ook op verwarming is bespaard. Theater de Appel boekte grote besparing door de nieuwe CV-ketel centraal in het pand te plaatsen zodat de leidinglengtes veel korter zijn en minder warmteverlies optreedt. Kierdichting, voorzetramen en isolatie van leidingen heeft ook het nodige opgeleverd. Een hele andere aanpak is het installeren van een trafo voor spanningsverlaging. Diverse theaters waaronder het Paard van Troje hebben een trafo voor spanningsverlaging laten installeren. Deze verlaging van ruim 230 Volt naar 220 Volt levert ze zo’n 10% elektriciteitsbesparing op. Ook sluipverbruikers zijn een aandachtspunt in de kring. Een van de tips die de theaters daarover deelden was: zorg dat je Wifipunten op drukte schakelen, zodat je energie bespaart op de rustige momenten.
Duurzaamheid is meer dan energie
De eerste bijeenkomsten van de duurzaamheidskring gingen vooral over energiebesparing, maar nu men langer bij elkaar zit worden ook allerlei andere duurzaamheidstips uitgewisseld. Bijvoorbeeld het toepassen van enzymen om de vetput schoon te houden en minder te laten stinken en de spoeling van de plasgoot te voorzien van een sensor: alleen als er plassers zijn loopt het water. Ook duurzaamheid in de catering komt in alle facetten langs zoals het gebruiken van een wijntap en statiegeldglazen, het serveren van minder vlees en meer Fair trade en lokale producten. Een presentatie over drukwerk zwengelde de discussie over oplages aan en de afweging tussen digitaal en papier.
Hoe nu verder?
De theaters in Den Haag zullen de komende jaren, net als andere bedrijven, steeds verder verduurzamen. Ze zullen nog veel meer zuinige (LED) verlichting gaan toepassen, de koeling zal steeds efficiënter worden en gebruik maken van duurzame bronnen. Waarschijnlijk zullen meer theaters een duurzaamheidskeurmerk halen als bewijs richting congresorganisaties en andere zaalhuurders dat ze duurzaam bezig zijn. De aanpak van duurzaamheidskringen helpt hen daarbij. Onze ervaring met deze en andere duurzaamheidskringen laat zien dat het bij elkaar brengen van branchegenoten leidt tot versnelling van het uitvoeren van maatregelen. Deelnemers aan de kringen gaan tot de hardlopers in de branche behoren wat betreft duurzaamheid.
Dit artikel is door Willemien Troelstra geschreven voor Weekblad Facilitair en Gebouwbeheer.
Foto: De Duurzaamheidskring Haagse Theaters bij de start in 2010, (foto: Bart van Vliet)