Beschrijving
In spuitcabines en spuitwanden worden grote hoeveelheden lucht aangezogen en vervolgens weer afgezogen. Hierdoor ontstaat een groot warmteverlies. Het is mogelijk om het energieverlies te beperken:
- Kies voor een spuitcabines of -wand waar de lucht wordt aangezogen via een zo klein mogelijke aanzuigopening en met een optimale luchtsnelheid. Voorzie de spuitcabines van dubbele deuren en zorg voor een goede isolatie van de luchtkanalen tussen brander en de spuitcabine, met bijvoorbeeld glaswol.
- De afzuiging van de spuitcabine en de pomp van het watergordijn kunnen meestal zonder bezwaar worden uitgeschakeld als er enige tijd niet gespoten wordt. Zie de tip Schakel afzuiging spuitcabine automatisch uit
- Zorg voor recirculatie van afgezogen lucht via een discontinu recirculatiesysteem. De cabine wordt voorzien van een recirculatieklep. Tijdens het spuiten wordt de opgewarmde lucht normaal naar buiten afgevoerd. Zodra gedurende een bepaalde tijd niet wordt gespoten, wordt de afgezogen lucht intern gecirculeerd. De afgevoerde lucht gaat door een goed gedimensioneerd en onderhouden koolfilter en wordt via de recirculatieklep terug in de cabine gestuurd (eventueel met bijvoeging van een bepaald percentage buitenlucht, bijv. 10%). De bediening van de recirculatieklep kan worden gekoppeld aan het spuitpistool, zodat de cabine automatisch gaat recirculeren als gestopt wordt met spuiten.
- Win warmte terug uit de ventilatielucht bij een spuitcabine. Op deze manier wordt de verse toevoerlucht verwarmd met de restwarmte uit de afgezogen ventilatielucht, waardoor er minder energie nodig is om de verse toevoerlucht tot de juiste temperatuur te verwarmen. Zie maatregel Win warmte terug uit ventilatielucht spuitcabine.
Toepasbaarheid
(per maatregel)
- Gebruik van dubbele deuren is mogelijk bij de meeste spuitcabines.
- Het automatisch uitschakelen of verminderen van de afzuiging van de spuitcabine is vooral aantrekkelijk voor bedrijven waar discontinu gespoten wordt. Houd rekening met arbo-aspecten van een goede afzuiging.
- Het is mogelijk om bestaande spuitcabines en wanden aan te passen zodat recirculatie mogelijk wordt. Dit kan soms op zeer eenvoudige wijze, maar soms zijn bouwkundige aanpassingen noodzakelijk. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de toe- en afvoer van lucht dichter bij elkaar te plaatsen. Deze vorm van recirculatie is interessant wanneer producten met warme lucht gedroogd worden in de spuitcabine. Recirculatie is niet haalbaar als het gasverbruik voor verwarming van de ingaande lucht lager is dan 3.000 m³/jaar. De optie is met name interessant bij nieuwbouw of renovatie. Het is noodzakelijk dat de spuiter niet in de ruimte aanwezig is waar het werkstuk droogt.
- Altijd direct toepasbaar bij een spuitcabine groter dan 10 m3 en voorzien van mechanische ventilatie
Milieu aspecten
(per maatregel)
- Energiebesparing.
- Energiebesparing door twee effecten:
- de apparatuur is niet in werking tijdens pauzes;
- bij afzuiging besparing op verwarming ingaande lucht.
- Met gedeeltelijke recirculatie in een spuitcabine wordt al 25% op de verwarmingskosten voor de spuitcabine bespaard. De besparingen zijn afhankelijk van o.a. het debiet en de mate van recirculatie (% toegevoegde verse lucht). Rekenvoorbeeld: Indien de tijd waarin de lucht volledig wordt uitgestoten met 25% gereduceerd wordt en in deze periode voor 80% gerecirculeerd wordt, vermindert het gasverbruik voor de ruimteverwarming met maximaal 20%.
- Energiebesparing, zie maatregel Win warmte terug uit ventilatielucht spuitcabine.
Bijkomende voordelen: minder geluidsoverlast.
Financiële aspecten
Investering (exclusief bouwkundige aanpassingen) (per maatregel):
- (onbekend)
- Zie tip Schakel afzuiging spuitcabine automatisch uit
- Een complete eenvoudige afzuigwand met recirculatie kost circa € 4.000 tot € 6.000. Daarnaast bedragen de kosten voor een luchttoevoer-unit eveneens circa € 5.000.
- Zie maatregel Win warmte terug uit ventilatielucht spuitcabine
Aspecten die de terugverdientijd bepalen:
- omvang van de spuitactiviteiten;
- vermogen van de afzuiginstallatie;
- vervuiling van de filters (afhankelijk van de toegepaste laksoorten en spuittechnieken);
- frequentie en duur van de pauzes tussen het spuitwerk;
- wel/geen handmatige uitzetting tijdens de pauzes.
Bron: Infomil