Beschrijving
Energiebesparing kan gerealiseerd worden door restwarmte of -koude van het ene bedrijf nuttig bij een ander bedrijf (of bedrijven) in te zetten. Deze maatregel focust op restwarmte, maar de meeste informatie geldt ook voor het gebruik van restkoude.
Restwarmte is de warmte die overblijft, meestal van warme processen (industrie, crematorium) en grote koelinstallaties (melkfabriek, supermarkt, datacenter, ziekenhuis) maar bijvoorbeeld ook in een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Warmte in water is makkelijker uit te wisselen dan warmte in lucht. Denk aan een datacenter met een watergekoeld systeem of een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) met warm rioolwater.
Onderzoek eerst of de restwarmte voorkomen kan worden of intern nuttig gebruikt (zie bijvoorbeeld de maatregelen Gebruik restwarmte koel- en vriesinstallatie en Gebruik restwarmte persluchtcompressor) alvorens het extern gebruik te onderzoeken. De overgebleven restwarmte kan gebruikt worden in een nabijgelegen bedrijf voor het verwarmen van tapwater, voor de ruimteverwarming of in andere processen. Een paar voorbeelden:
- Een zwembad kan restwarmte van een RWZI nuttig inzetten voor het (voor)verwarmen van het zwembadwater.
- In de voedselindustrie kan restwarmte gebruikt worden voor het drogen van uien.
- Collectieve woon- of kantoorflats kunnen restwarmte van supermarkt of ziekenhuis inzetten voor gebouwverwarming.
Museum en botanische tuin delen warmte en koude
Hermitage Amsterdam en Hortus Botanicus
Het 17e-eeuwse pand van de Hermitage en de monumentale Palmenkas van de Hortus Botanicus zijn via 425 meter lange buizen met elkaar verbonden.
Warmtenet datacenter reduceert 327 ton CO2
NLDC, Jeroen Vollmuller (operationeel directeur)
Aalsmeer start met een warmte-koude uitwisselingsproject wat jaarlijks 327 ton CO2 bespaart. Op het lage-temperatuur-warmtenet zijn bij de start drie warmte-afnemers aangesloten.
Aardappelfabriek levert restwarmte aan nabijgelegen zwembad
CêlaVita
CêlaVita zet de restwarmte van haar fabriek in Wezep in voor de verwarming van een nabijgelegen zwembad. Dit leidt tot flinke besparingen van gasgebruik, energiekosten en CO2-uitstoot van het zwembad.
Datacenter verwarmt kantoren
Previder
De warmte-uitwisseling is direct bij de nieuwbouw van de panden meegenomen, zodat rekening gehouden kon worden met de directe warmte-uitwisseling.
Zowel grote als kleine vissen
De Scheg Sportbedrijf Deventer , Aschwin Lankwarden en Loek Prins
Deventer sportcentrum De Scheg verduurzaamde. Zonnepanelen werden beoordeeld als 'kinderspel'. De winst van het gebruik van restwarmte is veel groter. Dat scheelt op jaarbasis 800.000 kubieke meter gas.
Uienbedrijf gebruikt restwarmte frietfabriek
Lamb Weston / Meijer en Wiskerke Onions
De warmte stroomt als water van 60 graden Celsius van de aardappelverwerker via buizen naar het naastgelegen perceel van Wiskerke Onions. Daar wordt de warmte omgezet in lucht van 30 graden Celsius.Â
Toepasbaarheid
De toepasbaarheid van het inzetten van restwarmte hangt af van meerdere factoren, zoals afstand en (bestaande) infrastructuur. Technici van bedrijven met grote warmte-overschotten kunnen waarschijnlijk wel inschatten of hun restwarmte bruikbaar is en voor wie. Schakel een installatie-adviseur in voor de uitwerking en kostenraming; het inzetten van restwarmte is altijd maatwerk.
Voer de aanpassingen bij voorkeur uit op een natuurlijk moment, bijvoorbeeld een geplande onderhoudsstop, met de vervanging van gasleidingen of gedurende rioolwerkzaamheden.
Infrastructuur
Het is over het algemeen gemakkelijker om aan te sluiten op een bestaand warmte- of koudenet dan nieuwe infrastructuur aan te leggen. Infrastructuur is complex en kostbaar, de voorbereiding kost veel (doorloop-)tijd van de betrokken partijen (leverancier en afnemer).
Afstand
Voor een rendabel systeem is het belangrijk dat het transport van warmte zo kort mogelijk is: maximaal drie kilometer afstand. Veel energie gaat verloren in de infrastructuur. Bovendien is de infrastructuur de grootste kostenpost.
Temperatuur van de restwarmte
Restwarmte kan een lage of hoge temperatuur hebben; in de industrie tot wel 400°C. Warmte op hoge temperatuur is vrijwel altijd bruikbaar in een ander gebouw. Typische geschikte kandidaten voor het ontvangen van lagetemperatuurwarmte zijn zwembaden, tuinders, (bestaande) woongebouwen en kantoren met collectieve verwarmingsinstallaties en nieuwbouw. Voor het gebruik van warmte van lage temperatuur voor ruimteverwarming zijn goede isolatie en een lagetemperatuur-afgiftesysteem (bijvoorbeeld vloerverwarming of LTV-radiatoren) vereisten. Alternatief kan de temperatuur centraal of per gebouw opgehoogd worden met een (extra) warmtepomp. Voor het verwarmen van tapwater is dat sowieso nodig. Dit maakt het systeem energetisch en financieel minder aantrekkelijk.
Match tussen vraag en aanbod
Voor de ontvanger is het van belang dat deze kan rekenen op de warmtelevering. Datacenters zijn bijvoorbeeld betrouwbare warmteleveranciers. Vraag en aanbod gaat ook over de hoeveelheid warmte en het leveringspatroon. Om de mismatch tussen vraag en aanbod te verkleinen kan een bedrijf gebruik maken van:
- een buffer (van opslagvat tot WKO of zelfs warmtenet),
- een back-up-installatie voor verwarming.
Milieuaspecten
Het inzetten van restwarmte vermindert meestal de CO2-uitstoot bij de afnemer omdat daar fossiel energieverbruik vermeden wordt. Restwarmte is echter niet per definitie duurzaam: als de warmte afkomstig is van een fossiel gestookt bedrijf is de restwarmte niet duurzaam. Restwarmte van een datacenter dat draait op groene stroom is bijvoorbeeld wél duurzaam. Restwarmte zal over het algemeen een goede stap zijn richting klimaatneutraal, omdat de energieleveranciers ook werken aan de energietransitie.
De extra energie die nodig is voor het rondpompen van het water is minimaal t.o.v. het vermeden brandstofgebruik.
Volgens de RVO is er in Nederland 125 PJ beschikbaar aan restwarmte van hogere temperatuur dan (>100°C). Als dat gebruikt wordt komt de besparing overeen met het aardgasverbruik van de helft van alle huishoudens.
Financiële aspecten
De grootste kosten voor het nuttig toepassen van restwarmte zijn het aanleggen en onderhouden van de infrastructuur tussen de locaties. Door de afstand zo kort mogelijk te houden worden de kosten beperkt. Door de gestegen kosten van aardgas, de gedaalde kosten van elektriciteit en de subsidies is warmte-uitwisseling anno 2020 veel rendabeler dan enkele jaren geleden. Schakel een installatie-adviseur in voor een inschatting van de kosten.
Het gebruik van restwarmte vraagt over het algemeen om grote investeringen bij het bedrijf waar de restwarmte vrijkomt. Een goede kostenverdeling tussen beide partijen is een essentieel onderdeel voor een succesvol project. Wanneer een uitgebreid warmtenet wordt aangelegd waarop meerdere partijen (aanbieders en ontvangers) zijn aangesloten, zal waarschijnlijk een warmtebedrijf de grote investeringskosten op zich nemen. Hierbij zijn er voor de ontvanger naast een energieprijs ook aansluitkosten.
De leverancier moet zich houden aan de regels van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Deze stelt bijvoorbeeld eisen aan de maximale leverings- en aansluitkosten. Met de Warmtewet is besloten dat warmte niet meer mag kosten dan gas (niet-meer-dan-anders-principe: NMDA). Ook is hierin een compensatie vastgelegd voor bij storingen. Het ongelukkige gevolg van dit NMDA-principe is dat de prijs van (duurzame) warmtelevering via warmtenetten nu meestijgt met de prijs van gas. Lees verder in de maatregel Aansluiten op een warmtenet. Verder is de leverancier verplicht een warmtenet aan te melden en voor grote netten (>10 afnemers, >10.0000 GJ levering per jaar) is ook een vergunning nodig.
Specifieke subsidies voor restwarmte
Deze maatregel komt in aanmerking voor EIA óf (!) Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++). Je kiest zelf welke regeling voor jou het meest interessant is.
Meerdere technieken voor gebruik van restwarmte en –koude staan op de Energielijst en komen daarom, onder voorwaarden, in aanmerking voor Energie Investerings Aftrek (EIA):
- Energiesysteem voor verwarmen en/of koelen van gebouwsgebouwen (2024, 270204)
- Een systeem (transport, warmtewisselaar, distributienet) voor de benutting van afvalwarmte voor procesverwarming (2024, code 270202) of in het proces (2024, code 270202)
- Het uitkoppelen bij de bron voor een warmte- en/of koudenet (2024, code 270202)
Dit betekent dat je een extra bedrag ter grootte van 40% (2024) van het investeringsbedrag ten laste mag brengen van de winst. Zie voor meer informatie www.rvo.nl/eia.
Deze maatregel komt, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking voor de subsidie Stimulering Duurzame Energietransitie (SDE++). De subsidie stimuleert de energietransitie door een subsidie toe te kennen op basis van vermeden CO2-uitstoot. Bedrijven en non-profit instellingen komen in aanmerking. Voor het subsidiebedrag wordt jaarlijks gekeken naar actuele energieprijzen. Dit betekent dat bij hoge energieprijzen de uit te keren subsidie lager wordt. Voor sommige technieken komt dit erop neer dat (vrijwel) geen subsidie wordt uitgekeerd. Voor meer informatie: www.rvo.nl/sde. Wooncorporaties kunnen bovendien aanspraak maken op subsidie voor de benodigde ingrepen in de woning. In sommige gevallen is het ook mogelijk aanvullende leningen of subsidies vanuit Europa aan te trekken voor (rest)warmtenetten.
Aanvullende informatie
- De Warmteatlas van RVO geeft informatie over de beschikbaarheid van restwarmte.
- Restwarmte datacenters inclusief praktijkvoorbeelden op de website van RVO.
- Het Expertise centrum warmte ondersteunt gemeenten op technisch, economisch en duurzaamheidsvlak. De website geeft meer informatie over warmte-koudetechnieken, regelingen en praktijkvoorbeelden.
- De handreiking Gebiedsgerichte Warmte-uitwisseling (2014) helpt om het ontwikkelingsproces beter te structureren.
- Bekijk alle regels betreffende de levering van warmte op de website van de Autoriteit Consument & Markt.
- Lees verder over aansluiten op een warmtenet.
Bronnen: Infomil, Stimular, RVO, CE Delft, Expertisecentrumwarmte.