Door klimaatneutraal te ondernemen draag je bij aan het behoud van een leefbaar klimaat op aarde. In het internationale klimaatakkoord van Parijs is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen uiterlijk in 2050 tot bijna nul terug te brengen. De opwarming van de aarde wordt dan tot maximaal 1,5 graad beperkt. Uit het Parijs-akkoord zijn de doelen voor Europese landen (EU Klimaatwet) afgeleid:
Wat is de praktische betekenis van klimaatneutraal ondernemen voor bedrijven en organisaties? Stimular hanteert de volgende definitie.
Je mag jouw bedrijf of organisatie klimaatneutraal noemen als je aan alle van de volgende criteria voldoet:
‘Paris Proof’ reductiedoelen zijn gericht op maximaal 1,5 graad opwarming, zoals afgesproken in het internationale klimaatakkoord in Parijs. Het is een set doelen die voldoet aan deze criteria:
* ‘Overige scope 3 emissies’ zijn de relevante emissies in scope 3 die je niet hebt opgenomen in de afbakening in onderdeel b (scope 1 en 2 en zakelijke reizen). De overige-scope-3-emissies zijn lastiger te monitoren omdat ze niet exact kunnen worden berekend.
** Energiebesparing is noodzakelijk om de energietransitie van fossiele naar duurzame energie te versnellen en vóór 2030 voldoende emissies te reduceren om de opwarming tot maximaal 1,5 graad te beperken.
Hoe je het aanpakt, waaronder de toelichting op scopes 1, 2 & 3, lees je in de Wegwijzer klimaatneutraal ondernemen
Ter ondersteuning van bovenstaande definitie van klimaatneutraal lees je hieronder meer over broeikasgassen, CO2-footprint en duurzame energiebronnen. In de praktijk worden naast ‘klimaatneutraal’ veel verwante termen gebruikt, onder andere CO2-neutraal, fossielvrij en energieneutraal. Om helderheid te scheppen geven we een toelichting op deze begrippen. CO2-compensatie wordt aan het einde van de pagina toegelicht.
Lees verder:
Klimaatverandering wordt onder andere veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen. Het bekendste broeikasgas is CO2. In een paar sectoren worden ook veel andere broeikasgassen uitgestoten.
De concentratie van CO2 in de atmosfeer stijgt door de verbranding van fossiele brandstoffen (steenkool, aardolie, aardgas). Fossiele brandstoffen bevatten koolstof die miljoenen jaren geleden door planten is vastgelegd. Na sterfte van de planten kwam de koolstof destijds niet vrij als CO2 (de korte koolstofcyclus) omdat het onder de grond werd omgezet in aardolie en steenkool. Doordat we de fossiele koolstof nu gebruiken als brandstof komt een flinke hoeveelheid extra CO2 in de atmosfeer.
De andere broeikasgassen zijn methaan (CH4), lachgas (N2O), en oplosmiddelen en koudemiddelen. Methaan ontstaat vooral in de landbouw, veeteelt, bij delfstoffenwinning in de petrochemie en bij afvalwaterzuivering. Lachgas ontstaat vooral in de chemische industrie en bij het gebruik van mest. Oplosmiddelen worden uitgestoten in sectoren die bijvoorbeeld verf en inkt gebruiken. Koudemiddelen komen vrij in de koelbranche. In de betreffende sectoren is de reductie van deze ‘overige’ broeikasgassen essentieel om de klimaatdoelen te halen.
Om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen, worden emissiecijfers omgerekend naar CO2-equivalenten. De omrekening is gebaseerd op het Global Warming Potential (GWP), dat is de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect. Eén CO2-equivalent staat gelijk aan het effect dat de uitstoot van 1 kilogram CO2 heeft. De uitstoot van bijvoorbeeld 1 kilogram methaan staat gelijk aan 25 CO2-equivalenten.
In de praktijk wordt vaak het woord “CO2” gebruikt terwijl eigenlijk CO2-equivalenten wordt bedoeld. Ook in de Wegwijzer schrijven we vaak kortweg “CO2” terwijl we broeikasgassen in CO2-equivalenten bedoelen.
Een CO2-footprint is een optelsom van CO2-equivalenten. In een CO2-footprint van de bedrijfsvoering worden hoeveelheden energie en voertuigbrandstoffen vermenigvuldigd met de bijbehorende CO2-emissiefactoren.
Een voorbeeld is de CO2-emissiefactor van diesel; de uitstoot van 1 liter diesel, vanaf het winnen van de aardolie tot de verbranding in de motor (Well to Wheel, WTW), bedraagt ruim 3 kg CO2-equivalenten. In de meeste CO2-berekeningen gebruik je WTW CO2-emissiefactoren.
Om discussie en verwarring over CO2-emissiefactoren te voorkomen beheren meerdere partijen, waaronder Stimular, de landelijke lijst www.CO2emissiefactoren.nl. Deze CO2-factoren worden in veel CO2-footprint-instrumenten gebruikt, waaronder de Milieubarometer.
Bij gebruik van duurzame energiebronnen komt veel minder broeikasgas vrij dan bij fossiele brandstoffen. Duurzame energiebronnen worden ook wel hernieuwbare of fossielvrije energiebronnen genoemd.
Duurzame energiebronnen zijn bijvoorbeeld:
De CO2-uitstoot verschilt per energiebron. Bij restwarmte, biomassa en biogas bepaalt de oorsprong de CO2-uitstoot. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende CO2-emissiefactoren voor biogas uit GFT-vergisting en en biogas uit riool(RWZI)-slib.
Bij verbranding van biomassa en biogas komt wel CO2 vrij, maar deze heeft geen fossiele oorsprong. Deze biogene CO2-uitstoot is onderdeel van de kort-cyclische koolstofkringloop waarbij planten CO2 uit de lucht halen, omzetten in biomassa en de CO2 weer vrijkomt bij het verbranden of verrotten van de biomassa.
De CO2-balans van het verbranden van biomassa en biogas is nul. In het productieproces van biomassa en biogas worden wel broeikasgassen uitgestoten. Denk bijvoorbeeld aan transport van biomassa. Daarom is de WTW CO2-emissiefactor van biomassa en biogas niet nul.
Over de duurzaamheid van toepassen van biomassa als energiebron worden verschillende discussies gevoerd.
Bij biodiesel spitst de discussie zich toe op de concurrentie van de energiegewassen met voedselvoorziening en de milieu-impact van landbouw en landgebruik. Oplossingen worden gezocht in gebruik van organische restproducten en duurzaamheidscertificering van de biobrandstof.
Bij de toepassing van kleinschalige biomassaketels voor verwarming van gebouwen worden vragen gesteld over de uitstoot van fijnstof. Goed om te weten is dat de uitstootnormen voor professionele ketels veel strenger zijn dan die voor houtkachels voor woningen. De herkomst van de biomassa bepaalt de duurzaamheid, dus ook hier zijn duurzaamheidscertificaten van de biobrandstof van belang.
Het gebruik van houtige biomassa voor het opwekken van elektriciteit, in biomassacentrales en door bijstook in kolencentrales, staat stevig ter discussie. Deze discussie is gericht op deze specifieke toepassing.
Kunnen we in Nederland de komende jaren voldoende duurzame energie opwekken? Uit inventarisaties van het verwachte aanbod van duurzame energie blijkt dat we voor een klimaatneutraal Nederland flink energie moeten besparen en alle duurzame energiebronnen nodig hebben.
In ons land groeit het gebruik van zonnepanelen, zonneparken en windparken gestaag. Hierdoor ontstaan grote pieken in het elektriciteitsaanbod terwijl de elektriciteitsvraag veel gelijkmatiger van aard is. Inzet van energieopslag en andere duurzame energiebronnen dan zon en wind zijn nodig om de opwekking gelijkmatiger te maken en energie op te slaan tijdens momenten van minder vraag. Met een mix van duurzame energiebronnen kunnen we het energiesysteem in Nederland stabiel en betaalbaar houden.
De duurzame energiebronnen hebben allemaal hun eigen voor- en nadelen, waardoor ze meer of minder geschikt zijn voor bepaalde toepassingen en situaties. Lees meer over de benodigde afwegingen in Stimular-Maatregel duurzame verwarming en Stimular-Maatregel duurzame voertuigbrandstoffen voor personenauto’s en bestelauto’s of voor vrachtauto’s.
Voor alle duurzame energiebronnen zijn grondstoffen nodig voor installaties en infrastructuur en soms ook veel fysieke ruimte, zoals bij zonne- en windparken. Daarom kunnen we niet onbeperkt duurzame energie opwekken en blijft energiebesparing hard nodig.
Klimaatneutraal, CO2-neutraal, fossielvrij en energieneutraal zijn verwante termen. De termen CO2-neutraal en fossielvrij leggen de nadruk op verschillende aspecten van klimaatneutraal en worden vaak gebruikt om de klimaatimpact van organisaties en producten te beschrijven. De term energieneutraal wordt vooral gebruikt voor gebouwen of gebieden.
In de term CO2-neutraal wordt nadruk gelegd op het bekendste broeikasgas CO2. In de praktijk gaat het vaak toch over alle broeikasgassen doordat gerekend wordt met CO2-equivalenten. Soms wordt CO2-compensatie toegepast om netto op nul CO2-equivalenten uit te komen. CO2-compensatie wordt in een aparte paragraaf toegelicht.
Met fossielvrij wordt nadruk gelegd op wat de basis is om klimaatneutraal te zijn: geen fossiele hulpbronnen gebruiken, omschakelen naar 100% fossielvrije energie en grondstoffen. Bij deze term is geen ruimte voor externe compensatie.
De term energieneutraal wordt vooral gebruikt voor gebouwen, gebouwportefeuilles of gebieden. Het betekent dat het gebouw, de portefeuille, of het gebied energetisch zelfvoorzienend is, dus alle energie wordt ter plekke opgewekt. Het betreft duurzame, fossielvrije energie. Bij deze term is geen ruimte voor externe compensatie.
Het principe van CO2-compensatie is eenvoudig: je betaalt een bedrag om elders een CO2-reductie te bewerkstelligen die overeenkomt met je eigen nog resterende CO2-emissie. Dit wordt toegepast om een organisatie of product al klimaatneutraal te kunnen noemen voordat alle uitstoot van broeikasgassen is uitgebannen. Bij CO2-compensatie gaat het over het algemeen om CO2-equivalenten. Lees meer in de Stimular-Maatregel CO2-compensatie.
In de definitie van klimaatneutraal van Stimular is alleen compensatie niet voldoende om je bedrijf of organisatie of product klimaatneutraal te noemen. Je mag jouw bedrijf of organisatie klimaatneutraal noemen als je op koers ligt om aan de doelen van het internationale Parijs-akkoord te voldoen, een actieplan hebt om je uitstoot richting nul te brengen en tot die tijd je uitstoot van broeikasgassen compenseert.
Nu je weet wat de definitie van “klimaatneutraal” is, kun je direct aan de slag. Gebruik de praktische Wegwijzer klimaatneutraal ondernemen om de CO2-uitstoot van je bedrijfsvoering stapsgewijs richting nul te reduceren.
Duurzaam ondernemen meer dan 'alleen' duurzaam bouwen
Bergh Bouw, Koen Haest
Duurzaamheid staat bij Bergh Bouw hoog in het vaandel. Duurzaam Bouwen maar vooral ook duurzaam ondernemen. Het bedrijf biedt bijvoorbeeld plekken aan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, leerlingen en stagiaires.
Koploper op MVO in de branche
Krinkels, Daan van Schijndel
"Het is een maatschappelijke verplichting om te kiezen voor duurzame en innovatieve oplossingen. Naast energiebesparing en CO2-reductie is ook de menselijke kant van duurzaamheid voor ons van groot belang."
Klimaatneutraal
Ondersteuning nodig?
Stimular ondersteunt bij het opstellen van een CO2-footprint en adviseert over de relevante maatregelen op gebied van energiebesparing, inzetten van duurzame energie en duurzaam vervoer. Stimular begeleidt ook certificering op alle niveaus van de CO2-Prestatieladder.
Navigatie
DIRECT NAAR
Contact
Volg ons
Stimular nieuwsbrieven
Abonneer je nu!
© 2020 Stichting Stimular
Abonneer je nu!
Abonneer je op onze doe-het-zelf-nieuwsbrief met inspirerende voorbeelden, hulpmiddelen en maatregelen om met je bedrijf of organisatie te werken aan duurzaam ondernemen. Max. 10 keer/jaar.