Beschrijving
Deze maatregel gaat over het schoonmaken van interieur, sanitair en vloeren van bedrijfsgebouwen. De tips zijn zowel van toepassing voor bedrijven die de schoonmaakactiviteiten in eigen beheer uitvoeren als uitbesteden. Neem ze mee in contract- en evaluatiebesprekingen met jouw schoonmaakbedrijf. Speerpunten daarbij zijn het gebruik van schoonmaakmiddelen die voldoen aan het Europese Ecolabel en een schoonmaakplan waarin onderstaande punten op zijn genomen. Controleer regelmatig of de schoonmakers zich houden aan het plan en de voorgestelde middelen gebruikt.
Schoonmaakmethode
- Maak droog schoon (zwabberen, vegen, gebruik stofwisser) waar dat kan.
- Veeg een vloer eerst voor er wordt gedweild.
- Maak niet méér schoon dan nodig is, dus minder frequent in ruimten die niet vaak gebruikt worden.
- Gebruik zo min mogelijk water en schoonmaakmiddel. Vroeger werd gewerkt met de natte methode: water met schoonmaakmiddel. Dit leidde tot verspreiding van vuil en overdosering (tot 40%). Beter zijn:
- spraymethode: sprayen op doekje geeft een betere dosering en minder verbruik;
- microvezeldoekje zonder schoonmaakmiddel. De doekjes zijn minstens vijfhonderd maal te wassen. Deze methode is sneller dan de natte of spray-methode.
Bron foto: Kijk! Duurzaam! bij St Jansdal in opdracht van Expertisecentrum Verduurzaming Zorg .
Schoonmaakmiddelen
- Gebruik schoonmaakmiddelen die voldoen aan het Europese Ecolabel. Gebruik dus ook geen chloor.
- Verminder het aantal verschillende middelen.
- Beperk bijv. het gebruik van luchtverfrissers. Deze bevatten oplosmiddelen en zijn daardoor slecht voor mensen en voor onze ozonlaag.
- Gebruik geen toiletblokjes. Als je deze toch gebruikt, kies dan voor blokjes zonder paradichloorbenzeen.
- Gebruik doseersystemen voor schoonmaakmiddelen; zonder doseersysteem wordt meestal meer dan 40% te veel gebruikt. Test een lagere dosering van schoonmaakmiddel. In de praktijk kan hierdoor 25 tot 50% op het verbruik bespaard worden.
- Gebruik navulbare verpakkingen.
- Gebruik hulpmiddelen (zwabbers, doekjes, sponzen, emmers, etc.) die langer mee gaan.
Sla schoonmaakmiddelen veilig op. Bij opslag van meer dan 25 liter of 25 kg gevaarlijke stoffen op dezelfde plek zijn specifieke opslagvoorzieningen nodig. De richtlijnen waaraan de opslag moet voldoen zijn vastgelegd in CPR-15. Raadpleeg jouw milieu-inspecteur of medewerkers van de regionale milieudienst.
Bron foto: Kijk! Duurzaam! bij St Jansdal in opdracht van Expertisecentrum Verduurzaming Zorg .
Overig
- Schoonmaken tijdens kantooruren bespaart op licht, warmte en beveiliging, en geeft de schoonmakers ‘normale’ arbeidstijden.
- Als buiten werktijd wordt schoongemaakt, spreek dan af dat de schoonmakers bij vertrek het licht uitschakelen.
- Een groot deel van de milieubelasting van een schoonmaakbedrijf komt van transport van en naar jouw bedrijf. Vraag jouw schoonmaakbedrijf hoe ze de milieubelasting ten gevolg van transport vermindert.
- Registreer het verbruik van schoonmaakmiddelen en neem maatregelen als er onverwachte pieken in het verbruik zitten.
Toepasbaarheid
Zie bij beschrijving.
Milieuaspecten
Schoonmaakactiviteiten hebben een negatief effect op het milieu. Deze effecten worden verminderd.
Financiële aspecten
De kosten van het stellen van duurzaamheidseisen aan schoonmaak zijn beperkt. 92 tot 97% van de totale kosten van schoonmaak bestaan uit personeelskosten. Eventuele hogere prijzen voor milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen hebben om die reden weinig invloed op de kosten.
Aanvullende informatie
Kijk voor meer duurzame eisen in de MVI-criteriatool (productgroep schoonmaak) van de Rijksoverheid. MVI staat voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen.
Bron: Stichting Stimular, o.a. Milieusparend schoonmaken in bedrijfsgebouwen, 2005