Beschrijving
Traditionele verwarming werkt meestal met een aanvoerwatertemperatuur van 70-80°C en een retourtemperatuur van 50-65°C. Een alternatief is lagetemperatuurverwarming (LTV). Stoken met lagere temperaturen is vaak zuiniger en maakt het mogelijk om duurzame lage temperatuur warmtebronnen te gebruiken.
Er wordt van verwarming met lage temperatuur gesproken als de aanvoerwatertemperatuur 55°C of lager is. Als de aanvoerwatertemperatuur lager is dan 35°C dan wordt dit zeer-lagetemperatuurverwarming (ZLTV) genoemd.
In een goed geïsoleerd pand kan soms zonder aanpassingen van het afgiftesysteem (radiatoren en/of warmtewisselaars in de luchtbehandeling) naar LTV overgeschakeld worden. Maar, vaak moet het traditionele warmteafgiftesysteem vervangen worden, zeker bij overschakeling naar ZLTV.
LTV-afgiftesystemen zijn:
- Vloer- en/of wandverwarming (ZLTV)
Warm water stroomt door leidingen die net onder het oppervlak liggen. De muur of wand straalt warmte uit, daarnaast ontstaat enige convectie doordat de aan de vloer verwarmde lucht opstijgt. - Betonkernactivering (ZLTV)
Een soort diepe vloerverwarming: via kanalen in het beton wordt de hele bouwmassa van het gebouw op een constante temperatuur gehouden. - Klimaatplafonds (LTV)
(Metalen) plafondelementen zijn voorzien van watervoerende meanderende leidingen. Door de plafondelementen stroomt warm water. Verwarming vindt vrijwel alleen door straling plaats. Er is praktisch geen convectie omdat de warmere lucht bovenin blijft hangen. Hiermee kan vrij goed lokaal verwarmd worden. - LTV-radiatoren (LTV)
Radiatoren of convectoren met een extra groot oppervlak, eventueel ondersteund door ventilatoren. Door het grote oppervlak kunnen de radiatoren voldoende warmte afgeven. Werkt vooral door convectie (luchtcirculatie), maar met veel kleinere temperatuurverschillen dan bij hogetemperatuurverwarming.
De voordelen van (Z)LTV zijn:
- Kan gebruik maken van duurzame LT warmtebronnen zoals warmtepompen of restwarmte.
- Als een HR ketel als LT warmtebron wordt ingezet haalt die een hoger rendement omdat er meer condensatiewarmte uit de rookgassen gehaald wordt.
- Gelijkmatige binnentemperatuur, hoog comfort.
- LT afgiftesystemen zijn vaak ook bruikbaar om het gebouw te koelen. Door het grote afgifte oppervlak kan hierbij hoge temperatuur koeling toegepast worden.
- Ten opzichte van gebouwen die worden verwarmd en gekoeld via geklimatiseerde ventilatielucht zijn veel kleinere ventilatiekanalen nodig. De ventilatiekanalen transporteren dan alleen nog ‘leeflucht’.
- Kan zonder radiatoren.
- Vloerverwarming zorgt ervoor dat mensen geen koude voeten krijgen, hierdoor hebben ze minder last van een (tijdelijk) lagere luchttemperatuur, bijvoorbeeld in bedrijfshallen waar de (rol)deuren regelmatig worden gebruikt.
(Z)LTV heeft ook nadelen:
- LTV en met name ZLTV werkt trager dan HTV. Dat komt door de lagere temperatuur en de grotere waterinhoud van het systeem. Nacht- en weekendverlaging is daarom zeer beperkt mogelijk. Hoe meer uren het pand in gebruik is hoe kleiner dit nadeel.
- (Z)LTV is daarom niet geschikt voor een slecht geïsoleerd pand, het opwarmen gaat dan te traag en het energieverbruik wordt daardoor hoog.
- Bij de ZLTV opties (1 en 2) kan de verwarming niet snel worden gestopt omdat de hele vloer of wand wordt opgewarmd; bij extra warmte door zoninstraling kan de ruimte hierdoor snel te warm worden. Goede zonwering en koppeling met weersvoorspellingen kunnen dit beperken.
- Bij de ZLTV opties (1 en 2) zitten in de constructieve delen watervoerende leidingen. Dit maakt bouwkundige aanpassingen en boorwerkzaamheden lastiger.
- Als je het koud hebt kun je niet tegen een warme radiator kruipen om snel op te warmen.
- In situaties waarin in de oude situatie maar beperkt werd gestookt levert LTV verwarming vaak wel veel meer comfort, maar geen energiebesparing.
Het nadeel van trage opstart en trage reactie kan worden opgelost door LTV uit te rusten met een radiator met (elektrische) boostfunctie. Deze meet temperatuur van de ruimte en van het water in de radiator en reageert snel op temperatuurschommelingen en warmt snel op. Dit vergroot het comfortgevoel.
Energieneutraal bedrijf: een kwestie van doen
IBDL, Paul Veth (eigenaar en directeur)
Paul houdt van techniek en gadgets en gebruikt dat om zijn bedrijfspanden uit de jaren '80 energieneutraal te maken. Led-verlichting, isolatie, lagetemperatuurverwarming, warmteterugwinning, warmtepompen, biomassaketel; het zit er allemaal in.
Toepasbaarheid
LTV vereist een voldoende geïsoleerd pand omdat anders het pand niet snel genoeg op temperatuur kan worden gebracht en niet goed op temperatuur kan worden gehouden.
Je kunt testen in hoeverre je isolatie en verwarmingssysteem nu al geschikt is voor LTV door de temperatuur (stooklijn) van je huidige HT-systeem te verlagen en te testen wat minimaal benodigd is.
- Kan je je pand ook op koude dagen warm stoken met water van 40°C? Dan kan je zonder aanpassing van je afgiftesysteem (radiatoren of vloerverwarming) overstappen op een lagetemperatuur warmtebron. (Panden na 2015 of oudere panden met goede na-isolatie)
- Heb je 50°C nodig om je pand op koude dagen voldoende warm te krijgen, kan je een groot deel van het jaar al gebruik maken van lage temperatuur warmte, maar heb je voor koude dagen aanvullende (hoge temperatuur) verwarming nodig. In dat geval kan een hybride warmtepomp (in combinatie met de bestaande CV-ketel) heel interessant zijn.
- Als je het pand niet warm krijgt met water van 50°C moet je eerst isoleren en/of het afgiftesysteem aanpassen (LTV-radiatoren, vloerverwarming, klimaatplafond) voordat je kunt overstappen op LTV.
ZLTV (1 en 2) zijn toepasbaar bij grootschalige renovatie of nieuwbouw.
LTV (3 en 4) kunnen ook in bestaande situaties worden toegepast.
Het toepassen van LTV is extra interessant omdat het gecombineerd kan worden met duurzame lagetemperatuurwarmtebronnen zoals warmtepompen. Zie maatregel Duurzame warmte voor ruimteverwarming.
Zorg voor heldere instructies over het gewenste gedrag (gebruik ventilatie en verwarming)
Doordat LTV een trager systeem is dan HTV, is (meestal) een verandering in het gedrag van de gebruikers van het gebouw nodig om comfortabel te kunnen verwarmen met een LTV.
Hieronder twee voorbeelden. Hierbij zijn ook de redenen en voorwaarden aangegeven, zodat de gebouwgebruikers begrijpen waarom ze hun gedrag moeten aanpassen en dat dit voor hen geen nadelige consequenties heeft.
- Zet de verwarming niet lager in de nacht en/of bij afwezigheid (of maar 1 of 2 graden). Door de lage temperatuurverwarming kost verder afkoelen en weer opwarmen juist extra energie en dus energiekosten. Daarnaast duurt het langer om de ruimte op de juiste temperatuur te krijgen.
- Zet – in het stookseizoen – geen ramen en deuren open voor ventilatie. Er wordt voldoende geventileerd door het ventilatiesysteem. Het ventilatiesysteem heeft warmteterugwinning, er gaat daar geen warmte onnodig verloren.
Milieuaspecten
De besparing op gasverbruik voor verwarming is afhankelijk van de uitvoering van het systeem en de mogelijke combinatie met duurzame warmtebronnen. LTV bespaart minimaal 5% op het energieverbruik. Als LTV met boostfunctie wordt toegepast is de besparing 15 tot 25% hoger dan bij LTV zonder boostfunctie. Door het hogere technische comfort zet men de basistemperatuur lager, wat een extra besparing oplevert.
Financiële aspecten
- Vloerverwarming heeft vrijwel geen meerkosten ten opzichte van een radiatorensysteem.
- Bij plafondverwarming (of plafondkoeling) bedragen de meerkosten circa € 10 per m2 plafond. Voor de afdekking van plafondleidingen is extra betondekking noodzakelijk, waardoor de draagconstructie (en fundering) iets zwaarder moet worden uitgevoerd. Bij gebruik van gipsplaten met daarin voorgefreesde leidingen zijn er ook meerkosten.
Een lagetemperatuur-afgiftesysteem komt in combinatie met een warmtepomp soms in aanmerking voor Energie Investerings Aftrek (EIA).
Bron: Infomil, Stichting Stimular, Uneto-VNI