Beschrijving
Controleer – in meerdere seizoenen en op meerdere momenten van de dag – het functioneren van de regeling(en) van de cv-installatie. Een eerste indicatie verkrijg je door de temperatuur van het cv-water te controleren. Controleer – indien aanwezig – ook de data die de cv-regelapparatuur weergeeft. Vraag je installateur om hulp als je vermoedt dat de cv-installatie niet goed geregeld is.
Bij kleine installaties kan je de temperatuur van het cv-water aflezen op de ketel. Bij grotere installaties kan je meestal (ook) per groep de temperatuur aflezen op de leiding. Beoordeel of het cv-water een temperatuur heeft die overeenkomt met de warmtebehoefte van dat moment en dus logisch is. De volgende vragen helpen je hierbij:
- Klopt het dat er op dit moment wel/ geen warmte wordt geleverd (leiding warm/ koud)?
- Wat is de buitentemperatuur? Bij een temperatuur boven de 17 °C is het meestal niet nodig om te stoken. Zie de tip Juiste instelling van de stookgrens.
- Is het gebouw in gebruik? Geen gebruik: geen warmte nodig. Zie tip Juiste nachttemperatuur en Voorkom onnodig verwarmen etc. op vrije dagen.
- Stel, uw kantoor gaat om 7:30 uur open, maar iedereen is pas om 9:00 uur aanwezig. Dan volstaat een binnentemperatuur van 18-19 °C om 07:30 uur. Vervolgens komen er mensen binnen, waardoor de ruimte verder opwarmt. Stel pas om 9.00 uur, als iedereen er is, de temperatuur in op 20 °C om indien nodig dan nog bij te warmen.
- Hoeveel ketels zijn er warm? Is dit logisch?
- Klopt het dat er veel/weinig warmtevraag is? Bijvoorbeeld: de cv-water temperatuur behoort lager dan 90 °C te zijn als het buiten 10 °C is. Zie de tip over weersafhankelijke regeling en – als je geen weersafhankelijke regeling hebt – over het instellen van de cv-watertemperatuur.
- Is er voldoende verschil tussen aanvoer- en retourtemperaturen? Bij een conventioneel verwarmingsysteem (Hoge Temperatuur Verwarming) is het temperatuursverschil bij voorkeur 15 tot 20 °C (bijvoorbeeld 90 °C aanvoer en 70 °C retour). Bij Lage Temperatuur Verwarming is dit temperatuurverschil een stuk lager (bijvoorbeeld 35 °C aanvoer en 30 °C retour). Te klein temperatuurverschil? Mogelijk zijn de pomp en de verwarmingsbron onnodig aan, of kunnen de radiatoren hun warmte niet kwijt (zie de tip Verbeter warmteafgifte door radiatoren), of moet de installatie waterzijdig ingeregeld worden.
Bij cv-regelapparatuur die kan worden uitgelezen:
- Is de aangegeven buitentemperatuur correct? Dit is alleen mogelijk als een buitensensor aanwezig is.
- Is de aangegeven binnentemperatuur correct? De betreffende sensor kan kapot zijn of op de verkeerde plaats hangen. Zie tip Temperatuursensoren klimaatinstallatie op de juiste plaats.
Toepasbaarheid
Controle van het goed functioneren van de cv-regeling(en) is toepasbaar bij alle cv-installaties.
Milieuaspecten
De besparing is afhankelijk van de geconstateerde afwijkingen en kan oplopen tot 5% van het gasverbruik.
Financiële aspecten
Het controleren van het functioneren van de cv-regeling(en) vraagt een beperkte hoeveelheid tijd. De maatregel verdient zich binnen een jaar terug.
Bron: Infomil, Stichting Stimular, RVO