Beschrijving
Meestal is er één cv-ketel om het hele gebouw te verwarmen. Als slechts een klein gedeelte van het gebouw in gebruik is (en het overige deel geen of minder warmtebehoefte heeft), wordt de volledige capaciteit van de cv-ketel ingeschakeld om het kleine gedeelte van het gebouw te verwarmen. De ketelverliezen zijn dan in verhouding met de nuttig gebruikte warmte groot. Hier zijn energiezuinige alternatieven voor.
De warmteaanvoer van een groep ruimten kan op de volgende manieren geregeld worden:
- Maak een aparte cv-groep door een extra klep te plaatsen. Dit kan als een ‘groep van ruimten’ via een eigen cv-leiding van warmte wordt voorzien. Als er geen aparte cv-leiding aanwezig is, is dit vaak een dure oplossing.
- Installeer tijdgestuurde themostaatkranen per radiator. Dit vraagt meer onderhoud en inregeltijd dan bovenstaande optie.
- Plaats een (tweede) kleinere cv-ketel voor het verwarmen van de ruimten met afwijkende gebruikstijden. Plaats deze in of nabij het gebouwdeel. De financiële haalbaarheid is afhankelijk van het aantal uren per jaar, de grootte van het gebouwdeel (de ruimten) en de capaciteit van de nieuwe cv-ketel.
- Vervang de huidige cv-ketel door 2 kleinere cv-ketels.
- Plaats een aparte gaskachel in de betreffende ruimten.
- Plaats een elektrische kachel als de ruimten slechts een beperkt aantal uren per jaar in gebruik zijn, op momenten dat de rest van het gebouw niet in gebruik is. Hoewel elektrische verwarming meestal veel duurder is dan gasverwarming, behoort het in deze situatie wel tot de mogelijkheden (geen warmteverliezen, de overige gebouwdelen worden niet onnodig verwarmd en de investering is aanzienlijk lager).
Toepasbaarheid
Toepasbaar als de gebruikstijden en warmtevraag van diverse ruimten verschillen.
- Zorggebouwen hebben bijvoorbeeld ruimten die ‘s nachts niet in gebruik zijn, zoals verblijfsruimten voor patiënten of bewoners, bijeenkomstruimten, spreekkamers en kantoren. Andere ruimten worden ‘s nachts wel verwarmd. Ook door de seizoenen zijn er verschillen: de kantoren worden in het voor- en naseizoen niet verwarmd, terwijl de verblijfsruimten wel verwarmd worden.
- Branches met werkplaats en kantoor (bijv. autobranche, opslag- en transportbranche). Wanneer in het voor- en najaar in de werkplaats geen verwarming meer nodig is, heeft het kantoorgedeelte nog wel verwarming nodig.
Als op scholen de leerlingen naar huis gaan, is de werkdag van de docenten nog niet ten einde. De klaslokalen hoeven niet meer verwarmd te worden, de andere ruimtes wel.
Milieu aspecten
Besparing op energie door de verwarming af te stemmen op de warmtevraag. De besparing is afhankelijk van de verhouding van de ruimten met afwijkende gebruikstijden t.o.v. de overige ruimten.
Voorbeeld: Een grote cv-ketel verwarmt een kantoorgedeelte en werkplaats. Als deze vervangen wordt door 2 kleine cv-ketels is een besparing van 5 tot 10% op het gasverbruik mogelijk.
Financiële aspecten
De kosten zijn sterk afhankelijk van de gekozen oplossing. Een kleine cv-ketel (circa 20 kW) voor een kantoor met een gebouwinhoud van 3.000 m3 kost ongeveer € 2.000 (inclusief plaatsing). Een ketel van circa 200 kW kost rond € 10.000.
De terugverdientijd is bijvoorbeeld bij zorggebouwen 3 tot 7 jaar en bij branches met kantoor en werkplaats 1 tot 3 jaar. Bij nieuwbouw zijn de meerkosten relatief laag. De terugverdientijd op de meerkosten bij nieuwbouw is normaal gesproken minder dan een jaar.
Aanvullende informatie
Controleer jaarlijks of de gebruikstijden en temperaturen van de gebouwdelen nog goed ingesteld zijn. Als de instellingen van alle groepen gelijk zijn, dan is de installatie niet goed ingeregeld. De warmtebehoefte van een groep is namelijk nooit gelijk aan die van een andere groep.
Bron: Infomil